De harnasmakers
Onze voorvader Pieter Pouwelsz Ingenraem / Eijgenraem, geboren ca 1605
De eerste leden van de familie In gen raam / Eijgenraam, waar meer bijzonderheden van bekend zijn, vinden we in Den Haag, bijvoorbeeld Pieter Pouwelsz Ingenraem (1) (ca 1605-1678).
Pieter Pouwelsz Ingenraem, trouwde in 1631 te Den Haag met Anneken Hendricxs van Leeuwen, hij is samen met zijn zuster Maria Pouwels en zijn broer Pieter Pouwelsz ( het waren twee broers met dezelfde naam!) vanuit Arcen (Limburg) naar Den Haag gekomen.
Broer Pieter Pouwelsz Ingenraem (2) (ca1600-1668) is twee maal getrouwd: als 1e met Aeltje Hendricsdr van Emmerich op 20-11-1629 in Den Haag en als 2e met Barbara Gillisdr du Laij op 09-11-1636, ook in Den Haag.
Hun broers Jacob Pouwelsz, Hendrik Pouwelsz en hun vader Pouwel In gen Raem, bleven in Arcen. Dit was waarschijnlijk vóór 10-06-1618, op deze dag trouwde Maria Pouwels te Den Haag met Bastiaan Sommester, jm van Salszburg, van beroep: meester-harnasmaker.
Protocollen der Haagsche notarissen
Hierin wetenswaardigheden over de familie Sommester.


Afbeelding, Fragment uit het jaarboek 1909 van de Geschiedkundige vereniging “Die Haghe”

Afbeelding, Fragment uit het jaarboek 1909 van de Geschiedkundige vereniging “Die Haghe”
Evenals Bastiaan Sommester waren beide broers Pieter Pouwelsz Ingenraem van professie meester-harnasmaker en zo ook Pieter‘s schoonvader Hendrick Hermanssen van Leeuwen en Jacobus Pietersz Eijgenraam’s (1639-1709) schoonvader, Sander Colaert.
Een andere schoonzoon van Hendrick van Leeuwen, Lambert Faessen van der Kiste, was smid. Een familiekring derhalve, die uit ten minste vijf meester-harnasmakers en een smid bestond, die niet alleen de beschikking hadden over enkele pakhuisjes aan de Elsemoerstraat, omgeving Spui, maar ook over de Slijp-, Polijst- of Harnasmolen,"De Mallemolen".
De molen was eigendom van Lambert Faessen van der Kiste. Deze industriële molen was gevestigd aan het einde van de Denneweg te Den Haag, destijds aan de rand van het duingebied, in de nabije omgeving was een proefveldje van het Staatse leger, waar geschut werd getest.
Tegenwoordig is op deze plaats een steegje met eethuisjes en een hofje "Mallemolen" ter hoogte van de splitsing van Javastraat, Balistraat en Frederikstraat. Uit het bovenstaande blijkt ook dat de huidige familienaam Eijgenraam ten tijde van medio 17e eeuw in Den Haag is ontstaan.
Beide Pieters Pouwelsz Ingenraem bezaten een pand aan de noordzijde van de Paret- of Elsemoerstraat, een zijstraatje van het Spui, met voornamelijk pakhuizen en ook enkele woningen, op de locatie waar nu het Lucent Danstheater en het Spuiplein te vinden zijn. In deze straat woonden naast de twee Pieter Pouwelsz, oa Adriaan Thonisz en Jan Engelsz, beiden meester-harnasmaker en de smeden Benjemijn Jansz en Lambert Faessen van der Kisten Ze waren dus zowel in familieverband als ook in hun leef en werkomgeving omringd door vakgenoten. Pieter Pouwelsz en Anneken Hendricx bezaten daarnaast een huis aan de Korte Houtstraat, direct naast de Kickvorschbrugge, de brug over de Pauwengracht (geen officiële naam), een gracht langs de Fluwelen Burgwal, tussen Herengracht en Wijnhaven.

Afbeelding Afstammelingen van Pieter Pouwelsz (1)

Afbeelding Afstammelingen van Pieter Pouwelsz (2)
Kaartje Korte Houtstraat
Detail kaart Spuikwartier
Elsemoerstraat in 1907
Dit deel van de Korte Houtstraat was later bekend als Wijnhaven. Barbara du Laij woonde na het overlijden van Pieter nog altijd in de Elsemoerstraat, op de hoek van ‘t Sand ( Lage Zand).
Fragment van een schilderij van Jacob van der Croos uit 1663. Malle Molen te Den Haag.
Pentekening (1677) van Josua de Grave, 's Gravenhage vanuit het noord-westen; de plaats waar de naam Eijgenraam de eerste maal vermeld wordt. De molen 'zonder wieken' (1613) voor de kerk ( Nieuwe kerk) is de "Malle Molen.
“Deze molen was van onderen tot boven met een stenen muur gebouwd, en bekwaem om allerlei wapenen te slijpen en te polijsten en daarnaast ook mout en allerlei mestinge voor beesten te malen”.
Aannemelijk is dat de Mallemolen door de verschillende harnasmakers werd gebruikt om de harnassen of helmen te vervaardigen.

De Mallemolen stond aan het einde van de Denneweg, volgens dit kaartje van Delfland.
Interieur van een willekeurige slijpmolen.
De Pauwengracht met de Kikvorschbrugge, geschilderd door C.J. Behr in 1855.
Twee akten uit het Stadsarchief De Haag
In de notariele archieven van het Stadsarchief Den Haag zijn 2 contracten gevonden:
Als eerste een akte van 24 oktober 1655 van notaris Cornelis van Delvendiep, betreffende eeen werkopdracht in Rusland voor vier jaar, voor Pieter Pouwelsz Ingenraem (ca1600-1668).
En een akte van 29 mei 1665 van notaris Johannes Wichmans, betreffende een order van het Staatse leger aan Pieter Pouwelsz Ingenraem (ca 1608-1678).
Pieter Pauwels Ingenraem vertrok op 28 oktober 1655 met vrouw en kinderen vanuit Amstelredam(Amsterdam) via Riga in Letland naar Povodijsen nabij Moskovien (Moskou) in Rusland.
Alle reiskosten vice versa van Pieter en zijn gezin en ook het transport van zijn gereedschap werden door de opdrachtgevers Pieter Marcelius en Tieleman Lusakela vergoed.
De beloning voor het vervaardigen van de harnassen bestond uit een bedrag per stuk en daarnaast vijf tonne rogge jaarlijks en een weide voor drie koeien met een koeij in eigendom. Ook belastingvrijstelling werd afgesproken .
Grondstoffen en materialen werden door de opdrachtgevers geleverd. In het geval dat dit materiaal niet op tijd voorhanden was, kreeg Pieter een schadeloosstelling per dag, nl. 6 Carolusguldens van xl grootte per stuk, verder is hij in deze omstandigheid niet gehouden om zijn knechts te betalen. Gezien de ondertekening van de akte met een herkenbaar merkteken betreft het waarschijnlijk Pieter Pouwelsz Ingenraem, gehuwd met Barbara du Laij. In de 17e eeuw kwam het regelmatig voor dat gespecialiseerde ambachtslieden naar Rusland werden uitgenodigd en Russen kwamen naar Holland om kennis te vergaren.
Zelfs Tsaar Peter persoonlijk bezocht later de scheepsbouw in de Zaanstreek en Amsterdam.
Contract van 24 oktober 1655, betreffende een werkopdracht van 4 jaar in Rusland aan Pieter Pouwelsz Ingenraem (2).




Afbeelding akte 24 oktober 1655, 4 bladzijden.
Transcriptie van de akte:
Door Ruud Vernooij, Archivist, Medewerker Digitaliseringsstraat Haags Gemeentearchief
Bron: Haags Gemeentearchief.
BNR. 0372, notarieel archief, 1597-1842. Inv.nr. 397, fol. 103-104.
Akte 24 oktober 1655
Op huijden den xxiiii Octobris A[nno] 1655
compareerden voor mij Corn[elis] van Delvendiep,
notaris publicq bij den Hove van Hollant,
geadmitteert, in s‘Gravenhage residerende,
ende den getugen onder genomineert
d’heer Abraham van Asperen, als
speciale procuratie hebbende vande heeren
Pieter Marselius en[de] Tieleman Lusakena
Beijde wonende in Moscovien. Sijnde
voorn[oemde] procuratie gepasseert
onder de handt van[de]
voorn[oemde] heeren. In date de[n] xxvii julij 1655.
Ons notaris en[de] getugen originelicken verthoont
ende voorgelesen ter eenre, ende
d’eersame Pieter Pouwels[sen] Ingeraem m[eester]
harnasmaecker, wonende alhier in
S’gravenhage, voors[eit] ter andere sijde,
verclaerende sij comparanten met malcanderen
geaccordeert en[de] aengegaen te hebben seecker
contract als volcht: te weten dat hij
Pieter Pouwels[sen] Ingeraem met de gemelte
Heeren ofte desselfs volmachtigde in dienste
sal vertrecken naer Moscovien omme den
tijdt van vier achtereenvolgende jaren
bij welcken hij hem mitsdesen aen[de] voorn[oemde] heeren
Pieter Marselius en[de] Tieleman Lusakena
vast verbindt en[de] van[de] selven oock aenge-
nomen wert op des aennemers iserwercken
te Povodijsen in Ruslant te arbeijden en[de]
carubine, wapenen voor en[de] achter met een poth
en[de] voorschoot vrij, en[de] achter light te maecken’’
ingaende den voors[egde] termijn van vier jaren, so
datelick als hij Pieter Pouwels[sen] Ingeraem
op de voors[egde] iserwercken sal sijn gearriveert,
alwaer oock mede sijn vrou en[de] kinderen.
Wanneer sij sullen werden van[de] voorn[noemde] Ingeraem
aldaer ontboden t’haren heeren aennemers costen
gevoert en[de] gebracht werden. Alles vrij so
vrij van montcost als reijscosten en[de] sonder
dat ijets diesweghen op desselfs naergenoempt
arbeijtsloon sal mogen gecort werden. Des sal
hij Pieter Pauwels[sen] Ingeraem sijn voors[eide] handt-
werck trouwelijck exerceren moeten en[de] de voors[eide]
wapenen heel goet moeten maecken en[de] lever-
baer op de proeff neffens andere goede
meesters. Ende voor hij ijder harnas met de
poth gemeten voor arbeijtsloon tweendartich stuvers
hollants gelt ofte de waerde van dien en[de] dat vrij
sonder eenige afftreck zulcx dat de matri-
alen als iser, kolen, beslach, en[de] wes meer daer-
toe vereijscht tot laste van[de] heeren aennemers
voorn[oemp]t bestelt sal werden. Ende hierenboven
noch vrije huijsvestingh met sijn voors[eide] vrouw
en[de] kinderen. Item vijff tonne goede rogge jaerlicx
en[de] een weijde daerbij voor drie koeijen, met een
koeij in eijgendom en[de] oock bevrijth van alle
schattingen en[de] oplagen. Oock sal de oncosten
van het vervoeren sijner kist uijt Den Hage tot
laste van[de] voors[eide]heeren aennemers moeten comen,
welck voors[eide] arbeitsloon bij hem Pieter Pouwels[sen]
Ingeraem te verdienen alle maenden sal affge-
reeckent en[de] t’sijnen welgevalle betaelt werden
vrij alsvooren. Ende soo de voors[eit] Pieter Pouwels[sen]
Ingeraem gheen meer lust en hadde, naer
t’verloop van[de] voors[eide] vier jaeren omme op de
voors[eide] wercken, off in het lant te blijven, sal
hij alsdan wederom vrij en[de] vranck met sijn
voors[eide] vrou en[de] kinderen tot costen en[de] lasten van[de]
gemelte heeren, so van vracht als teercosten
tot der stadt Amstelredam gevoert ende
weder gebracht werden. Des sal hij in dat
geval gehouden sijn het selve sijn voors[eide] heeren ende
meesters off der selver volmachtichden bekent
te maecken en[de] een halff jaer te vooren aen
te seggen. Ende so sij luijden niet werder
accorderen sal hij een vrij man sijn om in een andere
dienst te mogen treden gelijck hij Pieter
Pouwels[sen] Ingeraem in de voor verhaelde tijdt
niet vermogen sal voor ijemant anders
als voor de voors[eide] heeren, sijne meesters te
wercken. Ende oft mochte gebeuren
dat de voors[eide] heeren aennemers oft der selver
volmachtichden hem Pieter Pouwels[sen] Ingeraem
voor een tijdt gheen materialen en quame te
bestellen, en[de] hij oversulcx niet en coste arbeijden
sullen alsdan in sodanigen cas de voors[eide] heeren
aennemers gehouden sijn voor het voors[eide]
versuijm aen hem Pieter Pouwels[sen] Ingeraem
te betalen ses Carolus guldens te xl grooten
t’stuck, Hollants gelt, ofte de waerde van dien
alsvooren voor ijder weeck, ende sal hij
Ingeraem alsdan oock niet gehouden sijn het
arbeijtsloon van sijn knechts te betalen dien hij
so veele sal mogen nemen als hij van node sal hebben,
mits betaelende aen ijder van[de] selve ses
stuvers daechs op sodanige knechts eijgen
teercosten, ende oft gebeurden (des godt
verhoede), dat hij Pieter Pouwels[sen] Ingeraem
binnen en[de] voort expireren der voors[eide] vier jaeren
quame te sterven, sal desen contracte te niet
sijn. Ende t’gunt op sijn overlijden te goedt
sal sijn van arbeijtsloon sat aen sijn vrou gegeven
bij aldien sij daer is, ofte anders overgesonden
werden. Ende daer sijnde sal alsdan weder
met kindt oft kinderen vrij uijt t’lant
tot Amstelredam gevaert werden. Ende sal
hij Pieter Pouwels[sen] Ingeraem gehouden sijn
hem in alles geschictelick te dragen sulcx als
een persoon met eeren toestaat. Wijders is
bedongen dat alsulcke driehondert guldens
als de voorseide Pieter Pouwels(sen) Ingeraem bij dezen
bekent van[de] voors(eide) heere Abraham van
Asperen, als volmachtichde hiervooren gemelt
ontfangen te hebben wederomme aen te
verschijnen arbeijtsloon sal werden gecort ende
sullen de voors(seide) heeren des volmachtigde in
hen keure hebben omme alle maenden te
corten xxv gulden, ofte in de voors(eide) tijdt
van vier jaeren de selve somme van drie-
hondert guldens te corten. Is mede expresselick
geconditioneert dat de voor[seide] Pieter Pouwels(sen)
Ingeraem op aenstaende donderdag, sijnde
de 28e Octobris deser lopende maent tot
Amstelredam sal moeten wesen, ’t sij met sijn
vrou ofte kinderen t’sijnder keure als hier
vooren geexpressert staet om alsdan datelick
scheep te gaen ende naer Riga gevoert te werden
ende vandaer naer de voors[eide] iserwercken
ofte bij gebreck ende manquement van het
selvige sal hij gehouden sijn de schade te vergoeden
bij de voors[eide] heeren aennemers daerdoor te ontstaen.
Ende eijntelick is mede wel expresselick
geconditioneert dat alle het handt ofte
iserwerck raeckende ofte gebruijckt
werdende tot ’t ambacht van ’t harnas-
maecken dat hij Pieter Pouwels(sen) van hiet
mede soude mogen nemen om in Ruslant
ofte elders anders te arbeijden ende naer de expiratis
van de voorn[oemde] vier jaeren daermede sochte te
vertrecken ofte aen ijmant te vercopen sal
’t selve vermogen te doen ’t sijnen keure, maer
aldaer te behouve (van de heeren aennemers)
latende. Sullen d’selve weder gehouden sijn
tot taxatie ofte prisatie van sodanige
meesters (des verstaende) de waerde van dien
promtelick aende voorn[oemde] Ingeraem te betalen
met goeden gangbaren gelde alsvooren. Alle
welcke voors(eide) poincten ende articulen parthijen
malcanderen ende aen wedersijden als luijden
met eeren beloven promt ende geheel naer
te commen ende te achtervolgen ende elck
anderen cost ende schadeloos te houden. Ingevalle
een van parthijen in eenig gebreck van desen
quamen te blijven daertoe ende tot naercomingen
van alle ’t gunt voors[eit] staet. Verbindende
haerluijden respective persoonen ende goederen
roerende ende onroerende present ende
toecomende d’selve submitterende de
reale executie executie van allen heeren
hoven, rechten ende rechteren ’t sij van Hollant oft
in der Moscovien oft oock andere plaetsen egheene
uijtgesondert renunchierende alle exceptien
desen eenichsints contrariende. Alles ter
goeder trouiwen ende sonder arch ofte list.
Aldus gepasseert in s’Gravenhage ten dage
ende jaren voors[eit]. Ter presentie van meester
Claes Coret den ouden ende Sjaque Valette,
beijde borgers alhier als getugen waerdich
van gelove, nevens mij notaris hiertoe
gerequireert.
A. van Asperen
Pieter Pouwelss. selfs gestelde merck
Nicola Corre
Quod affirmo: Jaque Valette
C. van Delvendiep: nots. publ.
1655, 10/24
Contract van 29 mei 1665, betreffende een order van het Staatse leger aan Pieter Pouwelsz Ingenraem (1), voor het leveren van "seven ende dartich blancke wapenen".

Afbeelding akte van 29 mei 1665, Staatse leger.
Transcriptie van de akte:
Door Ruud Vernooij, Archivist, Medewerker Digitaliseringsstraat Haags Gemeentearchief
Bron: Gemeentearchief Den Haag, Beheersnummer 0372,
Notarieel archief 1597-1842, inv.nr. 490. Pagina 188 recto.
Akte van 29 mei 1665
Op huyden den xxixen mey 1665 comp[areer]den
Voor mij Johannes Wichmans, openbaar
not[ari]s ende Johan Schrasser, cap[itei]n ten
dienste deser landen in guarnisoen
leggende tot Enckhuijsen ter eenren
ende Pieter Pauwelssen, harnasmaecker
ende burger alhier in den Hage ter
andere sijde, ende verclaerde den voorn[oemde]
comparanten metten anderen overeengekomen
ende overdragen te sijn, namentlijck dat
den voorn[oemde] Pieter Pauwelssen aenneemt ende
gelijck hij aenneemt ende belooft bij deseen, binnen den
tijt van drie maenden (acht dagen
inbegreepen) te sullen maecken seven en[de]
dartich blancke wapenen, bestaende
in morlioenen*, ringhkragen**, ende
verders daeraen dependerende
alles behoorlijck massijff ende hecht,
ende dat op deselve manieren, ende
wijse, als de wapens van [‘]t regiment
van de heer collonel Steyncale stelt sijn,
welcke wapenen binnen den geseyden
tijt gemaeckt, ende volbracht sijnde.
Den voorn[oemde] cap[itei]n Schraffer belooft
heeft [lijck hij belooft bij desen] daer vooren te sullen betalen,
voor elcx derselver wapenen twaelft
guldens, vijftien stuijvers, daer-
van aen den tweeden comparant op
huijden op de hant is betaelt, de somme
van honderttwintich gulden, die
den selven Pieter Pauwelssen opdat
deses bekent uijt handen van[de] voors[eide]
cap[itei]n Schrasser ontvangen te hebben,
ende sal den gemelten Schraffer het
resterende daer van betaelen alhier
in den Hage, soodrae de meergeseyde
wapenen sullen sijn gedaen en[de] effecte gebracht, hier-
onder verbindende de comparanten
haer personen ende goederen deselve
subject ende ten bedwanck van
allen rechten ende rechteren, ende specialen
den hove van Hollandt. Aldus gedaen
ende gepasseert in s-Gravenhage ter
presentie ende overstaen van Frederick
van Winden, ende Pieter Anthonie als
getuijgen hier toe [ver]socht.
Jan Schrasser
Frederick van Winden
Pieter Pouw(elssen)
En is gemerck f p gestelt bij Pieter Anthonie
Ter oirconde
J. Wichmans[se] not[ari]s Publ[ique]
* Morlioenen: helmen
** Ringhkragen: wapenuitrusting bij een harnas
De familienaam van de nakomelingen van Pieter Engenraem en Barbara du Laij veranderde in de periode tot ca 1800 geleidelijk van Engenraem naar Eijgenraam, ook in de Burgelijke Stand registers. De Engenraem tak van de familie is uiteindelijk uitgestorven.
Geen van de kinderen van de harnasmakers is voor zover bekend eveneens harnasmaker geworden.
In de boedelbeschrijving van Cornelis Jorisz. Hoogendijck van de Noordhoorn in de Harnaschpolder bij Delft, duikt een kleinzoon van Pieter Pouwelsz (1) Ingenraem en op als collega -warmoezier. Deze Hendrick Jacobusz. Eijgenraam (1678-1732) trouwt later met Helena, de oudste dochter van Hoogendijck.
Gillis Eygenraem, geboren in 1668, kleinzoon van Pieter Pouwelsz. (2) Ingenraem en Barbara du Laij, is bekend geworden als silversmitt (zilversmid).
Het mogelijke meesterteken van Gillis op een Haags theebusje, verkocht bij Sotheby’s in 2001 voor ± fl 45.000,00.
Gillis Eygenraem, geboren 1640
Jet Pijzel-Dommisse van het Haags Gemeentemuseum schreef het volgende:
De zilversmid Gillis Eygenraem wordt alleen vermeld in E. Voet en H.E. van Gelder, Merken van Haagsche goud- en zilversmeden, Den Haag 1941, p.53: ondertrouwd 1692 met Maria van Sanen, overleden 1728; woont aan het Spui in 1692 in een huis dat hij in 1703 verkoopt, koopt dan een huis in de Wagenstraat, dat hij in 1710 verkoopt.
Er is geen werk van hem bekend, evenmin is zijn meesterteken bekend. (Zie persbericht Sotheby’s).
Ik weet niet of u enige kennis heeft van zilvermerken en de meestertekens in het verleden: in Den Haag zijn geen oude gildeplaten (waarin de meester zijn teken moest slaan, waarnaast dan zijn naam werd gegraveerd) bewaard. Alles berust dus op toeschrijvingen, hoewel we door het koppelen van opdrachten, bewaarde stukken en namen van meesters langzamerhand een heel zeker bestand hebben opgebouwd.
Sotheby’s:
HOGE BEDRAGEN VOOR HOLLANDS ZILVER BIJ SOTHEBY'S.
Haags zilver deed het goed op de zilverveiling bij Sotheby's in Amsterdam op 7 mei 2001. Een zilveren broodmand door Martinus van Stapele uit 1764 bracht fl 168.000 op, ruim viermaal de schatting en voor een paar zilveren sauskommen door François van Stapel werd fl 96.000,00 geboden. Twee zeldzame Haagse theebusjes uit 1695-1697, één vermoedelijk vervaardigd door Hendrik van der Heege, de ander mogelijk door Gillis Eygenraem waren goed voor fl 45.600,00, een ruime verdubbeling van de richtprijs.

Roosjen, Jacob (Jacob.Roosjen@sothebys.com)
Mogelijk meesterteken van Gillis Eygenraemam
De verandering van de familienaam van Ingenraem naar Eijgenraam vond plaats, tussen 1662 en 1670.
In 1660 werd de naam in het Notariel archief in Den Haag nog gespeld als Ingenraem, in 1670 was het Eijgenraem en een enkele keer Engenraem.
De eerste maal dat de nieuwe naam opdook, voor zover we nu weten, was bij de ondertrouwinschrijving van Jacob Eijgenrae j.m en Elsje Sanders op 22 april 1663 (DTB tr 114 87v). De oorzaak of reden van deze verandering is nog niet bekend.
Reacties